Eerste Zendingsreis
Home 
   JV Inleidingen 
Foto's 
Links 
Mail me 
  • Eerste zendingsreis

     

    Zingen: psalm 85:1

     

    Heej……………,                                                     Antiochië 19 februari 2006

    Bedankt voor je laatste brief! Het was inderdaad alweer lang geleden dat we elkaar geschreven hebben. Gaat alles goed met je? Met mij wel. Je wilde meer weten over de gemeente die wij hier in Antiochië hebben. De vorige keer schreef ik je dat ik christen ben geworden en dat we samen met andere mensen een christengemeente vormen. Ik kan je een heleboel vertellen want er is weer heel veel gebeurd.

    Ik had je de vorige keer geschreven dat wij een dominee kregen. Die is er intussen. Hij heet Barnabas. Hij is in onze gemeente gekomen en geeft nu leiding. Hij is degene die preekt en hij onderwijst ons. Hij weet erg veel van God en van Zijn Zoon Jezus Christus. Hij kan goed spreken, het is erg fijn om naar hem te luisteren.

    Heb je wel eens gehoord van Saulus? (Hij heet nu trouwens Paulus.) Hij vervolgde eerst christenen maar is toen op een heel wonderlijke manier bekeerd. Hij is nu ook een apostel van de Heer. Weetje, die Paulus, die kwam met Barnabas mee! Hij is een leerling van Barnabas en hij kwam mee naar onze gemeente!

    Onze gemeente is alleen nog maar gegroeid. Ik vind het erg bijzonder om te behoren tot de eerste christengemeente van de heidense volken.

    Op de sabbat komen we bij elkaar in een synagoge en meestal is het Barnabas die dan preekt. Ook op andere dagen zijn er bijeenkomsten. Soms ga ik daar ook heen. We bidden dan en vasten. Dit doen we om God de eer te geven en om Zijn wil in onze gemeente te ontdekken. Weet je, er zijn nog zoveel landen die nog nooit van God en van De Verlosser hebben gehoord. Daar bidden we dan voor. Of onze gemeente misschien voor die landen iets kan betekenen.

    Op een avond was er weer een bijeenkomst. Met een paar vrienden was ik er ook bij. We zaten in het huis van iemand en er waren nog meer jongeren, mannen, vrouwen en een paar kinderen. Toen we met elkaar hadden gebeden liet de Heilige Geest in onze harten zien dat Barnabas en Paulus door God worden geroepen om als zendeling te gaan werken onder de heidenen.

    De volgende dagen maakten zij zich klaar voor vertrek. Eigenlijk was ik toen een beetje boos op God. Had onze gemeente net zo’n fijne leider en nu moest hij er vandoor. Achteraf gezien heel egoïstisch natuurlijk want wilde ik dan niet dat ook anderen de Goede Boodschap te horen zouden krijgen?

    Ze vertrokken Barnabas en Paulus en ook Johannes Marcus, de neef van Barnabas. Van te voren hadden ze geen route uitgestippeld. Ze hadden geen reisplan gemaakt. Ze lieten zich leiden door de Heilige Geest.

    Dat probeer ik nu ook steeds meer in mijn leven. Je wilt alles zo graag doen zoals je het zelf wilt. En maak grote plannen voor iets dat komen gaat of je maakt je erg druk om dingen. Ik ben nu aan het leren dat dat niet nodig is. Stel je vertrouwen op God en laat Hij je leven leiden. Geef je leven in Zijn hand en dan zul je zien dat alles goed komt en dat God de eer krijgt!

    Zo gingen ze op reis. En ze hebben de leiding van de Heilige Geest gevoeld. Onverwachte dingen, waar ze nooit op hadden gerekend, zorgden ervoor dat de reis steeds een andere wending kreeg. De Heilige Geest bracht hen op de plaatsen waar ze zijn moesten. Door deze onverwachte dingen veranderde er veel.

    Paulus, die als leerling mee ging met Barnabas, nam de leiding over van Barnabas. En Johannes Marcus vertrok verliet plotseling Barnabas en Paulus. En waar ze op pad gingen om joden in heidense landen over de gekomen Messias te vertellen, kwam het evangelie uiteindelijk bij de heidenen terecht. Wie had dat kunnen denken?

    Eerst zijn ze naar het eiland Cyprus gegaan. Dat is het vaderland van Barnabas. Ze gingen van stad tot stad tot ze aan de andere kant van het eiland kwamen. In de Synagoge waar Barnabas werd gevraagd te spreken vertelde hij het grote nieuws dat in Jezus van Nazeret, de beloofde Verlosser is gekomen. Aan de andere kant van het eiland hadden ze de Romeinse stadhouder ontmoet. (Sergius Paulus.) Ze waren bij hem in huis gegaan en hebben hem het evangelie vertelt. Bij deze stadhouder in huis woonde ook een jood. Deze jood vertelde ook over God. Hij sprak met mooie woorden en deed zelfs toverkunsten. Maar het ware Evangelie waarmee een mens gered kan worden, daar sprak hij niet over.

    Hij was een dienaar van de duivel. Hij luisterde naar de duivel en niet naar God. Zo heeft Paulus me later uitgelegd.

    Die man, een tovenaar dus, heette Elymas en hij kon het niet hebben dat de stadhouder zo geïnteresseerd luisterde naar de woorden van Barnabas. Hij voelde dat hij zijn invloed op de stadhouder kwijtraakte en daarom probeerde hij de stadhouder om te praten, om niet naar Barnabas te luisteren.

    Toen was plotseling Paulus begonnen met praten. Hij had Elymas gevraagd waarom hij naar de duivel luisterde en niet naar God, waarom hij God probeerde te bedriegen en waarom hij van de waarheid een leugen maakte. Een wonder is toen gebeurd. Paulus gaf Elymas de straf van blindheid. De straf die Paulus ook eens had gekregen en waardoor Paulus ogen uiteindelijk waren geopend voor Gods boodschap.

    Door deze straf liet God zien dat Barnabas en Paulus gelijk hadden. De stadhouder heeft toen beleden dat Christus ook zijn Verlosser was geworden en door deze gebeurtenis zijn er daar een heleboel mensen tot geloof gekomen. Mooi hé

    Barnabas en Paulus gingen verder. Ze gingen naar klein Azië. Johannes Marcus wilde niet meer verder. Hij ging terug naar Jeruzalem. Waarom hij niet meer mee wilde weet ik niet. Misschien omdat hij naar zijn familie wilde of omdat hij de gevaarlijke reis niet zag zitten. In klein Azië zijn woeste gebieden en donkere wouden waar veel rovers wonen. In ieder geval voelde hij zich niet tot zendeling geroepen. En zo gingen Barnabas en Paulus samen verder. Ze zijn op een schip mee naar Klein Azië gevaren. Dit ligt ten oosten van Griekenland.

    Ze gingen door om overal de blijde boodschap te vertellen en volgden de weg die God hen wees. Ze moesten dwars door het gebergte heen, door wouden waar rovers wonen. Dat  moet een hele beproeving geweest zijn en wat mooi dat ze mochten ervaren hoe God hen beschermde. Ze werden niet aangevallen of wat dan ook. Je hoeft dan eigenlijk niet bang te wezen maar mag helemaal vertrouwen op God. Ik vind dat wel eens moeilijk. Soms al in kleine dingen. Dan zie ik het niet meer zitten maar wat is het dan mooi als je een geloof hebt in God. God is overal. Hij beschermt je voor alle gevaar. Er valt zelfs geen haar van je hoofd zonder dat God het wilt.

    Uiteindelijk bereikten Barnabas en Paulus de bewoonde wereld. De eerste stad waar ze kwamen heet net als mijn stad, Antiochië.

    Toen het daar sabbat was zijn ze naar de synagoge gegaan. Daar werd Paulus gevraagd om te spreken. Het schijnt dat Paulus vol kracht en vuur heeft gesproken. Leerzaam is de manier waarop het evangelie gebracht wordt:

    Eerst wordt vertelt over de geschiedenis. Welke grote daden God aan Israël heeft gedaan. Hoe Hij ze geleidt heeft door de woestijn. Hoe Hij in Kanaän vreemde volken heeft weggejaagd. Hoe Hij David op de troon deed komen. Ja, alles van vroeger (uit het Oude Testament) laat zien hoe God Israël voorbereidt op de komst van de Verlosser. Tot slot wordt dan het grote, blijde nieuws vertelt dat die Verlosser is gekomen. Doordat Jezus uit de doden is opgewekt heeft God laten zien dat Hij dé Beloofde Messias is.

    Na die preek in de synagoge waren er veel mensen, joden en heidenen die Barnabas en Paulus volgden omdat ze nog meer wilden horen. Velen gingen er geloven in de Heere Jezus en … vooral veel heidenen.

    Op verzoek van de heidenen heeft Paulus die volgende sabbat weer gesproken. Bijna de hele stad kwam toen luisteren! Weet je… de joden werden toen jaloers. Bij hen kwamen nooit zoveel heidenen luisteren en bij Paulus wel. Ongelofelijk hé? In plaats van dat ze nu juist blij zijn dat er veel heidenen komen luisteren. Ze zijn boos op Paulus en vallen hem steeds in de rede. Paulus is er rustig onder gebleven. Hij heeft de joden gezegd dat hij eerst tot hen kwam maar nu zij laten zien dat ze het Woord niet waard zijn gaat het woord aan het voorbij en is het voor de heidenen.

    Wat een les eigenlijk. Ik denk vaak…wat ben ik rijk. Ik hoor bij een christengemeente. Ik kan samen met anderen over God praten. Ik kan samen met andere tot God bidden. Ik mag naar verenigingen gaan en ik kan over God lezen, zoveel ik maar wil… zo bevoorrecht en toch als ik de Heere afwijs en mijn leven niet geheel aan Hem overgeef. Als ik de verkeerde keuzes maak zal Hij op een gegeven moment naar een ander toe gaan.

    Paulus en Barnabas moesten van de Joden de synagoge verlaten. Buiten de synagoge sprak Paulus verder. Veel heidenen kwamen tot ware geloof in Christus. De Joden bleven ruzie zoeken en Paulus en Barnabas moesten de stad verlaten

    Ze trokken van stad tot stad en kwamen uiteindelijk bij Iconium. Ook daar woonde een groep Joden. Weer gingen Paulus en Barnabas eerst naar Joden toe. Ze gingen naar de synagoge en weer was het Paulus die sprak. In Iconium leek alles goed te gaan. Velen, heidenen en Joden kwamen tot geloof. In rust en vrede hebben Barnabas en Paulus hier een tijd gewerkt. Maar ook daar waren Joden die niet geloven wilden dat de Verlosser al gekomen was en hun haat kwam steeds meer naar buiten. Er ontstonden ruzies en opstootjes en Paulus en Barnabas werden de stad uitgejaagd.

    Wat een reis hé. Wat hebben ze veel moeten doorleven en moeten doorstaan en toch dragen ze nog steeds zo’n blijmoedigheid. Dit kan alleen maar het werk van de Heilige Geest zijn. Gods macht werkte een grote kracht en innerlijke drang in Paulus en Barnabas.

    Tot slot zijn ze in Lystra gekomen. Lystra is een stadje met een eenvoudige, armoedige bevolking. Er wonen geen Joden, het zijn allemaal heidenen. Ze geloven nog in heidense fabels. Ze hebben een afgodentempel en offeren hun stieren daar.

    Een van hun verhalen is dat de twee voornaamste goden (in het grieks zijn dat Zeus en Hermes) eens als mensen verkleed in de stad zijn gekomen en overal om onderdak hadden gevraagd. Apart dat er nog mensen zijn die zulke dingen geloven.

    Toen Paulus en Barnabas in deze stad waren, kwamen de mensen om hen heen staan en keken met grote ogen naar de twee vreemde mannen. Zo eenvoudig mogelijk heeft Paulus geprobeerd iets over God en Jezus Christus te vertellen. Tussen die mensen lag ook een man op de grond die verlamd was. Toen Paulus hem aanzag en hem in de ogen keek had gezien wist hij dat deze man geloofde in de macht van Jezus Christus en daardoor heeft Paulus hem kunnen genezen in de naam van Jezus Christus. Toen de verlamde man overeind sprong, genezen, waren de mensen een ogenblik verschrikt geweest. Toen, in hun eigen taaltje, hadden ze staan schreeuwen, allemaal door elkaar heen. Paulus en Barnabas hadden er niets van kunnen verstaan maar toen er priesters kwamen met ossen die kransen van bloemen droegen begrepen ze dat de mensen hen voor goden aanzagen. Ze hebben flinke moeite moeten doen om de mensen wat te sussen. Met alle macht hebben ze geprobeerd de mensen tegen te houden en de mensen te leren dat ze niet in afgoden moeten geloven maar zich moeten bekeren tot de Enige Levende God.

    Juist toen de mensen wat gesust waren, kwamen er vreemde mannen in de stad. Het waren de boze Joden uit Antiochië en Iconium. Ze vertelden tegen het volk allerlei leugens over Paulus en Barnabas. Het volk heeft de Joden geloofd en toen…joh…toen hebben ze stenen gepakt en naar Paulus gegooid. Ze hebben Paulus gestenigd en hem buiten de stad gesleept.

    Gelukkig waren er ook mensen die de woorden van Paulus en Barnabas wel geloofden. Met Barnabas zijn zij Paulus op gaan zoeken. Wat een wonder, hij leefde nog. Ze hebben hem verpleegd en de volgende dag kon hij alweer mee met Barnabas.

    Toen zijn ze terug gekeerd. Barnabas en Paulus. En op de terug weg zijn ze langs al die plaatsen geweest waar ze ook op de heen weg hebben gepreekt. In iedere stad bezochten ze de mensen die zich tot God bekeerd hebben. De christenen. Ook hebben ze in iedere christengemeente een aantal mannen als ouderlingen aangewezen. Zij krijgen de leiding over de gemeente. Zo ontstaan overal Christengemeentes die nu alleen maar groeien door de kracht van de Heere Jezus.

    Maanden nadat ze vertrokken waren, zijn ze weer teruggekomen bij ons in de stad. Wat waren we blij toen we ze terug zagen, de leiders van onze gemeente! We hebben met elkaar een dankdienst gehouden. Daarna zijn er een heleboel bijeenkomsten geweest waarin Paulus en Barnabas vertelden over alles wat ze hebben meegemaakt.

    Ik ben blij dat ik dit nu naar je kan schrijven. Het is een mooi verhaal hé. Je kunt zien dat God echt bestaat want anders was de vrucht van de zendingsreis van Paulus en Barnabas nooit zo groot geweest. Dit kan niet anders dan het werk van God zijn.

    Op steeds meerdere plaatsen wordt het evangelie gebracht. Nu zijn ze zelfs bijna in Europa geweest. Nog even, en hele wereld kent het Evangelie!

    Ik wil je vragen, als je de kans krijgt om daaraan bij te dragen. Om iemand het evangelie te mogen vertellen. Laat het dan niet liggen. God gebruikt daar niet alleen grote dominees voor als Barnabas. Ook eenvoudige mensen die veel verkeerde dingen hebben gedaan, zoals Paulus worden daarvoor gebruikt. God kan ook jou en mij gebruiken.

    Voor de Joden ben ik wel een beetje bang. Zij denken de ware godsdienst te hebben en haten iedereen die in Jezus als Verlosser gelooft. Maar toch, zeg het voort: Jezus is de ware Verlosser! De Joden denken nog iets te moeten verdienen. Het Christendom is de enigste godsdienst waarbij niets hoeft te worden verdient. Het komt aan op het geloof. Het geloof in Jezus Christus als jouw Verlosser. Dat geloof heb je niet vanuit jezelf. Maar God werkt het in de harten. Bid dan om dat geloof en geef je hart en je leven aan Hem.

    Wat is je aardse leventje rijk als het mag bijdragen aan het Koninkrijk van God. Als door woorden uit jouw mond of door jouw gedrag mensen nog op God mogen worden gewezen. Wij kunnen mensen niet bekeren. Wij kunnen alleen maar vertellen wat God voor ons betekent. En God is het die dat door kan werken in de harten van een ieder.

    Zo een lang verhaal. Maar wat een mooie dingen maak je mee hé als Christen. Als heiden dacht ik eerst…wat moet dat saai zijn, verbonden te zijn aan een hogere macht, aan God. Maar het tegendeel is waar. Als Christen krijg je juist meer. Je kunt meer genieten. Van alles. Van de natuur. Van de mensen. Van gebeurtenissen. Omdat je weet dat het van God vandaan komt.

     

    Succes nog met alles.

    Ik bid voor je.

    Ik hoop snel weer iets van je te horen.

    Groetjes je vriend Ismaël

    Zingen: Jezus leeft in Eeuwigheid

    Lezen: Handelingen 13, 14

    Zingen: psalm 72: 6, 10

     

    vorige

     


    Copyright (c) 2006 My Company. All rights reserved.

    webmaster@bertflikweert.nl